zondag 9 februari 2020

Leven in vrijheid

Leven in vrijheid
Sterven vrijheid

Ik heb altijd gezegd dat ik niet wil creperen in een ziekenhuis. En dan wordt je op een morgen wakker in een ziekenhuis en zie je de zon opkomen.
Damn! Iḿ fucked!!

De zon zien opkomen doe ik elke dag maar dan wel aan de goede kant van het raam. Deze kwam op achter  een paar zwarte stijlen, ik zat gevangen! Ik keek naar mijn infuus, een lifeline volgens de witte jassen. Het kwam mij meer voor als een ketting. En zo gingen er weel meer tubes in en uit mijn lichaam. Je bent overgeleverd aan de menselijkheid van die lieve meisjes in witte pakjes. Dat hadden ze goddank in ruimte mate.

Sommige begrepen het als ik het probeerde uit te leggen. Eentje vond bijvoorbeeld dat ik altijd zo vroeg ging slapen. Ik vroeg haar naar buiten te kijken. “Wat zie je” vroeg ik. Geen zak natuurlijk want het was donker. Precies meid, Moeder Natuur heeft de lamp uit gedaan en meestal gaat bij mij de lamp dan ook uit. M.a.w. ik reageer op natuurlijk licht, van al dat kunstlicht raakt mijn bioritme van de kook.

Ze waren niet allemaal zo begripvol. Je had er ook die het regiem er wel even door zouden jagen. “Zal ik even handdoeken klaarleggen, dan kunt u zich even opfrissen? ” 
“Ga weg mens, ik wil slapen!” Verdomme, ik was uitgeput na de rollercoaster rit waar ik uit kwam. Maar dat mens bleef 2 dagen lang zagen en zeveren totdat ik opmerkt dat als ze wilde drijven ze beter een paar schapen kon kopen.

Nog fraaier was één van die jodiumhengsten, waar ik dagelijkse een verse van aan mijn bed kreeg, die wilde mij nog even een paar dagen langer vasthouden. We kwamen tot een akkoord; 2 dagen, dan mocht ik gaan. “hoezo mag?”, over twee dagen ben ik weg en geen mens die me tegen houd. Je moet een buitenmens niet willen opsluiten. Dan gaat ‘ie dood en mag je als doodsoorzaak “heimwee” invullen. Eens kijken hoe ze dat willen verantwoorden.

Heimwee naar onze hut op de heide. In een chaletpark, midden in een het bos. Mijn vrouw woont daar ook dus ja, mijn twee grote liefdes bij elkaar; de vrijheid en de liefde van mij leven. Samen hebben we altijd ver buiten de steden gewoond, gewerkt en geleefd. Dag en nacht samen en, dit gelooft geen mens, nooit ambras in het kot. We deden meestal wat wilden, niet altijd wat me moesten. Onverantwoord soms maar een heerlijk vrij leven.

Een vrijheid die zich tussen je oren gaat nestelen en dan kom je snel in de problemen. Sowieso de stadsmens begrijp je niet meer en omgekeerd evenredig. Ja gaat alles mijden met deuren en hekken waar sloten opzitten  Je wordt een wolf, die is ook altijd op zoek naar the way out. Ook in het ziekenhuis had ik  die neiging. Zodra ik weer kon lopen, zocht ik ’s nachts stiekem naar een ontsnappingsroute.



De gouden regel voor ons was en is altijd: we laten niemand achter. In het ziekenhuis zal ik niet sterven, mijn vrouw zal me altijd meenemen, zo nodig bevrijden. Ik sterf thuis, tussen de bomen van het bos, in de armen van mijn vrouw. In vrijheid.

De moraal: Ik heb altijd gezegd dat principes iets is dat je moet kunnen veroorloven. Vrijheid is daar altijd eentje van geweest en zal dat altijd zijn. Het zal wel moeten want zonder die vrijheid kwijn ik weg, ben ik verloren. Het leven dwingt je soms principes los te laten of aan te passen maar de vrijheid is compromisloos. Live free, die free!

Geen opmerkingen: