zaterdag 22 februari 2020

Kanker, tot nu toe.

Als je kanker hebt, kom je in een ziekenhuis. Verwacht geen wonderen en er is maar één Sister Morphine. Waar je meestal als eerste mee te maken krijgt is de oncoloog. Die paar die ik ken zijn keihard en gevoelloos. Ze schrijven je makkelijk af als ze ook maar denken dat ze aan een dood paard trekken.

Ik werd doodziek binnengebracht in het ziekenhuis. Na wat basis onderzoek vond de oncoloog het de moeite niet waad verder onderzoek te doen. Ik was afgeschreven, een dood paard. Mijn vrouw werd verteld dat ze de begrafenis maar vast moest regelen. Maar er was een zaalarts die ik later Sister Morphine heb genoemd. Zij gaf me nog niet op en deed die onderzoeken wel. Het redde mijn leven.

Er was een therapie die mijn leven kon redden vermits de kanker was gebaseerd op een bepaald eiwit en dat was het. Waar de oncoloog de nieuwe methode van zoeken had toegepast, nam Sister Morphine de oude beproefde methode. De eerste test bracht geen uitsluitsel, de tweede test van Sister Morphine wel. Dus werd er een videoconferentie belegd met een specialistisch ziekenhuis in Breda. De uitkomst: Zet hem maar in de ambulance en breng hem maar hier. Volgens mij moet er iemand als Brugman hebben geluld om mij daar te krijgen en ik heb wel een aardig idee wie.

De oncologen in het ziekenhuis van Breda gaven me een nieuw medicijn dat verbazingwekkend snel aansloeg. Enkel mijn nieren konden het niet zo goed aan. Die moesten ineens overuren maken en daar hadden ze duidelijk geen zin in. Maar dat vertellen ze pas nadat ze een infuus hebben aangehangen. En die info kreeg ik niet van de oncoloog maar van de verpleegster.

En zo ging het altijd. Ze keken je aan, ze stelden een paar domme vragen en weg waren ze weer. Van die drie minuten gesprekjes. Vertellen deden ze niks, ze deden gewoon. En ik was nog te versuft om de goede vragen te stellen. Het drong allemaal nog maar langzaam door. Bovendien speelde mijn vrijheidsdrang behoorlijk op en dat zat me danig in de weg.

Het iets dat ze niet begrijpen. Ik ben een natuurmens, ik maak er deel van uit. En als je een stukje natuur weghaalt en zet het in een bloempot, dan kwijnt het weg. Dat gold voor mij het zelfde. Nog een paar dagen langer in het ziekenhuis en ik was dood gegaan. Niet van de kanker maar van heimwee.

Dat ziekenhuis was uitermate professioneel, evenals de artsen. Maar de enigste die daar nog menselijk bleven was de verpleging. Bij de artsen was elke maat van menselijkheid er uit gesloopt. Ze reageerde enkel op de uitslagen van de bloedtesten die ze elke morgen lieten uitvoeren. Cijfers die regeren. Ik miste mijn Sister Morphine.

Aan het einde van de hele rollercoaster mocht ik eruit. Een avontuur waarbij je eerste bent opgegeven en dan pillen krijgt die weliswaar werken maar niemand weet hoelang. Op weg naar een leven tussen hoop en vrees. En nog steeds weet je niets. Maar mijn vrouw had ondertussen niet stilgezeten, die had een stoomcursus amateur oncologie gehad. Niet alleen van Dr. Google maar zij wist wel de goede vragen aan de goede mensen te stellen.

Maar we hadden meer vragen dan antwoorden. Stel ze aan de behandelende artsen en je krijgt als antwoord: “Da’k het nie weet”. Maar ze weten meer dat ze je willen vertellen, maar blijven vaag. Man, ik vraag niet om garanties enkel een toekomstbeeld wat ik kan verwachten en een ‘what if’ scenario kan maken. Dat we niet weer in paniek een begrafenis gaan regelen. Je krijgt het niet. Het leven tussen hoop en vrees blijft.

Toch is het een dubbel gevoel. Doodgaan is niet erg, daar merk je niet veel van. Maar weten dat je doodgaat is een rotstreek van het leven. Als ze mij zouden zeggen dat ik nog precies een jaar had, zou ik de stekker er meteen uittrekken. Ik ga niet een jaar wachten om dood te moeten gaan. Nu weet ik niet hoelang het duurt en met een beetje mazzel ruimte het de hele kankerzooi in mijn lichaam op. Dus ja, elk nadeel heb zun voordeel.

Een ander strijdpunt dat ik had was mijn behoefte aan roken. Het eerste wat ik deed toen ik uit het ziekenhuis kwam was een sigaret opsteken. De reactie op 10 dagen opgesloten zitten. Nog niet eens de stress. En dat nadat ik een jaar niet gerookt had. De arts werd kwaad toen ik het hem zo vertelde. Dat mocht ik het ziekenhuis niet op de schuld geven, dat was mijn schuld.

Gelul. Roken is geen smerige gewoonte zoals velen het graag willen zien maar een 100% verslaving. Je stopt wel met roken maar de verslaving blijft. Je gaat weer roken n.a.v. de omstandigheden, niet als je gewoon in ruste en goede doen bent. Dat is iets dat ze niet willen snappen.

In het ziekenhuis had ik moeite met eten en drinken. Alles wat je daar deed, aanpakte of naar binnen werkte was doordrongen van die ziekenhuislucht. Elke dag zaten te zeveren over je stoelgang, je eten enz. Dat ging zelfs zover dat ze al klaar stonden met een maagsonde. Maar toen kwamen ze mijn vrouw tegen…. Dus dat feest is nooit doorgaan. Toen ik eenmaal weer thuis was, heeft mijn lichaam zich in twee dagen gereset. Alles functioneerde weer normaal Alles waar ik in dat ziekenhuis zoveel moeite mee had. Enkel het kwaad met roken was reeds geschiedt.

Maar het is niet nieuw voor me. Ik ben al eerder een paar keer gestopt omdat je weer met roken was begonnen. De laatste keer tijdens de ruiming van dat wiethok en de nasleep ervan. Dat was heftig en kwam wel meteen keihard binnen. En dan grijp je weer naar de shagbuidel. En ook daar ben ik weer vanaf gekomen. NADAT dat hele gedoe was afgelopen en de rechtszaak voorbij was. Want dat is het hele punt, zolang je onzekerheid leeft en men je maar genoeg stress bezorgt, grijp je naar de tabak. Eens voorbij is het niet zo verdomde moeilijk om er af te komen. De truc daarbij heet tabex. Zoek zelf maar op in Google. Het helpt je gegarandeerd van het roken af.

Maar net als toen met die hele wietkwestie, zodra je het woord kanker laat vallen klapt iedereen dicht. Omdat ik wilde weten in hoeverre tabex conflicteerde met mijn medicijnenlijst, stelde ik die vraag aan de distributeur van tabex. Inmiddels weet ik dat het een neefje is van champix een middel dat de artsen meestal voorschrijven. Volgens de behandelend arts kon het geen kwaad dus ik slik weer vrolijk tabex.


Als je kanker hebt wordt je afgeschreven door de meeste mensen. Die gaat toch dood, daar steek je geen energie meer in. Anderen hebben geen zin in de ellende ervan te horen en keren zich af. Maar in tijden van tegenspoed leer je je vrienden kennen. En daar had ik er meer van dan ik had gedacht.

Update: Mijn longarts was zo vriendelijke een thorax voor met regelen. Daar viel niets meer op te bespeuren. De kuur heeft dus duidelijk zijn werk gedaan!






Geen opmerkingen: