maandag 9 maart 2020

Red uzelf

Het leven is lijden zegt Boeddha. Ons bestaan wordt dan ook gekenmerkt door zorgen. Afgezien van die paar blinde paarden die door het leven darren en nooit schijnen te struikelen. Maar elk huisje heeft zijn kruisje zijn mijn moeder altijd en er spelen zich vaak complete drama’s af achter de voordeuren. De stille armoede, de mishandelingen, het zieke kind en ga zo maar door. En naast al dat persoonlijk leed een verstikkende maatschappij met allerlei regels en plichten waar soms nauwelijks aan te voldoen valt.

Wij hebben ons er altijd aan ontrokken. Ik ben bijtijds die mensen tegen gekomen die de goede vragen stelden. “Wat vind je belangrijker, werk of inkomen? Bezit of kennis? Collectief of individu?” Ik had de goede antwoorden al snel gevonden. (De eerste keuze is altijd fout). Daarnaast ben ik allergisch voor mensen die me vertellen wat ik moet doen en wat ik leuk moet vinden. Dat begon al als kleuter en dat is enkel maar erger geworden door de jaren heen. Dat noemen ze dan rebels gedrag.

Bewapend met dit soort basiskennis ben ik het leven ingestapt. En dan kom je in een strak georganiseerde maatschappij en wordt er een soort levensloopplan van je verwacht. Ik ben gekke Henkie niet! Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Je loopt meer mis in je leven dan je kunt plannen als je dat doet. Dat is dan ook meteen het grootste probleem dat die maatschappij heeft, alles moet in hokjes en vakjes anders begrijpen ze het niet. Veroorzaakt door een ziekelijke drang naar zekerheden en veiligheid. Stelletje autisten!

Vooral de staatslakeien waren er goed in met hun paarse krokodillen. Nou, dat heeft verscheidene loketterroristen de nodige breuken opgeleverd. En mij de nodige uurtjes in allerlei koude cellen. Je leerde al snel dat de overheid jouw vriend niet was. Men wilde altijd een andere kant op dan ik. Want iedereen doet het zo. Nou ik niet! Mijn individu paste niet binnen het collectief, zover was het me al wel duidelijk. De consequentie was echter dat je ook niet de voordelen had. Soit, dat doen we het toch lekker zelf.

In plaats van een verzekering had je altijd wel ergens een potje met geld onder de grond. Lekker opgepot in goede tijden en geleegd in slechte tijden. Ik had altijd een auto voor de deur en ergens een aanhanger slingeren. Je huurde in plaats van kopen zodat je altijd mee kon naar waar de klussen waren. Je werkte op akkoord, niks uurtje factuurtje. Eigen beentjes op de eigen steentjes. Vrijheid voor alles. Het leven in een notedop van een rebel.

Je ontmoette mensen van allerlei pluimage. De paradijsvogels werden de vrienden waar je altijd op kon rekenen. Vrienden die je zelden zag, behalve als je ze nodig had. Je zeilde langs het randje van de maatschappij waar de tokkies huizen. Echte mensen, wat je zag is wat je kreeg. En je leerde al doende. De trucs van de armoede, de waarde van goed gereedschap waarmee je altijd je geld kon verdienen en de plaatsen waar je onderdak en hulp kon krijgen. Kortom, je leerde hoe je jezelf kon redden. Geld was in die dagen bijzaak. Leven was veel belangrijker, jezelf ontwikkelen.

Eenmaal een vak geleerd dus kon altijd mijn geld verdienen. Maar zelfs als rijinstructeur was ik een magneet voor mijn mensen aan de zelfkant van de maatschappij. Mijn leerlingen waren niet zelden analfabeet, woonden op kampen of kwamen uit andere landen. Je pikte stukjes vreemde talen op, werd uitgenodigd op hun feesten en leerde over hun cultuur en bijbehorende godsdiensten. Ik hoefde de wijde wereld niet in, die kwam wel bij mij. Nu ben ik oud en mijn beste vriend is een zigeuner. Ooit hebben we het plan de wagen te pakken en rond te gaan trekken. Zodra hij uit het staatshotel vertrekt, gaan we dat ook doen. Dan krijgt u reisverslagen op dit blog i.p.v. levensverhalen.

En nu kijk ik naar de mensen om me heen en ik begrijp ze niet meer. Zodra ze vast lopen in hun leven kijken ze om zich heen voor hulp. In goede tijden lopen ze rond als een haan met zeven staarten en in slechte tijden lopen ze met de staart tussen hun benen. Als het huis onder water staat, ze hun baan hebben verloren of hun leasebak moeten inleveren. Een huis huren, een paar klussen aannemen en voor 500 euro een auto halen, zal nooit bij ze opkomen. In plaats daarvan gaat men naar de Staat en die moet hun fouten dan maar repareren. Maar de Staatskas raakt steeds leger en de hulp wordt steeds krapper.

Het “alles samen” doen is snel voorbij als het slechter gaat. Mensen gaan je ontwijken. En de ‘vrienden’ zijn druk, druk, druk en hebben geen tijd meer. Toen ik het ziekenhuis inging en mijn vrouw tegen een vriend probeerde te vertellen wat er was gebeurd, kon ze amper haar zin afmaken. Een uurtje later stond hij er. Als ik niets te eten heb, koken de zigeuners voor mij. Mijn familie heb ik lang geleden afgeschaft, ik zou ze nu niet meer herkennen. Ik heb geen behoefte aan mensen die me alleen maar omlaag halen, vast willen pinnen, in hokjes stoppen. Familie kun je niet kiezen, vrienden wel.

We kunnen ons zelf redden, we hebben in principe niemand nodig al is het soms fijn als iemand even een helpende hand toesteekt. Omdat hij het wil, niet omdat het moet. En ik sterf nog liever dan de Staat om hulp te vragen. Tegelijkertijd ben ik blij dat we altijd voor kwaliteit hebben gekozen, ook als het op verzekeren aankwam. Want de behandelingen die ik krijg wordt niet door iedere verzekeraar vergoed en ze zijn peperduur. En de premies torenhoog. Maar dat was ook een les uit het verleden, zorg dat je altijd voor kwaliteit kiest. Het betaald zich altijd terug. En Hoe!

De hele maatschappij buigt onder de lasten van het ‘alles samen’ doen. De afstand tussen burger en bestuurder lijkt onoverbrugbaar. Aan de top kan men doen wat men wil, niemand die ze tegen houdt. De helft van het inkomen vloeit in de staatskas. En dat gaat op aan allerlei collectieve voorzieningen. Omdat men niet in staat is zichzelf te redden en het lef tot verandering ontbreekt. Een bevolking die zich maar al te graag laat zakken in het sociale vangnet. En dat kost geld.

Dan lees ik dat er mensen klagen omdat ze een rolstoel nodig hebben en de instanties maar niet mee willen geven. Ik heb er eentje gekocht voor een paar tientjes van een collega van mijn vrouw. Dat ding is 6 weken in dienst geweest bij de vorige eigenaar. Maar als alles altijd nieuw moet zijn, betaal je altijd de hoofdprijs. Alleen moet je die prijs niet altijd op het collectief willen verhalen. Wij betalen een kapitaal aan premies en nog haal ik veel medicijnen die hier niet of zonder recept verkrijgbaar zijn. Omdat ze werken en de arts ze niet voor kan of wil schrijven. En dan hoor ik mensen zeggen dat ze dat niet doen want het wordt niet vergoed. Nou, dan sterf je toch lekker?!

Zelfredzaamheid is een levenswijze waarbij je heel pragmatisch moet opereren. En een beetje opportunisme helpt ook enorm. Ik me altijd vast gehouden aan de volgende tien geboden:

            1. Verdoe je tijd niet aan zelfmedelijden
            2. Geef de macht niet uit handen
            3. Wees niet bang voor verandering
            4. Hou je niet bezig met wat je niet in de hand hebt
            5. Probeer het niet iedereen naar de zin te maken
            6. Wees niet bang voor ingecalculeerde risico’s
            7. Blijf niet hangen in het verleden
            8. Geef niet op na een mislukte poging
            9. Heb niet altijd mensen om je heen nodig
            10. Denk niet dat de wereld je iets verschuldigd is

Don't worry, be happy.




Geen opmerkingen: